In Amsterdam zijn er 21 bezwaarschriften ingediend tegen de intocht van Sinterklaas. Vooral de aanwezigheid van Zwarte Piet is bij de bezwaarden in het verkeerde keelgat geschoten; ze vinden het discriminerend.
Eerst had Sinterklaas nog helemaal geen helper. Halverwege de negentiende eeuw bedacht men dat een helper wel leuk zou zijn. Op één van de eerste prenten uit die tijd staat Sinterklaas afgebeeld op zijn witte paard met ernaast een donker gekleurde jongeman in een pagekostuum. Halverwege de negentiende eeuw liep de slavernij wel tegen het einde maar was een donkere persoon als helper dus heel gewoon. Tegenwoordig wordt de zwarte helper van Sint steeds meer als beledigend en discriminerend gezien. De meest gebruikte verklaring voor de kleur van Piet is echter dat hij zwart is omdat hij altijd door de schoorsteen de cadeautjes komt brengen. Een schoorsteenveger heeft ook altijd een roe bij zich. Dit behoorde tot de jaren ’80 ook tot Piets uitrusting. Maar de roe, die Piet bij zich had om stoute kinderen te straffen, gaf een gemeen beeld. Dat vond men niet (meer) bij het kindvriendelijke imago van Sint Nicolaas passen.
In andere landen heeft de helper van Sinterklaas wel veel angstaanjagender verschijningen. Zo is het in veel landen een op een duivel lijkende verschijning met een rood gezicht en hoorns. In Frankrijk is hij geketend en loopt altijd met een jute zak. Allemaal niet zulke leuke alternatieven voor de jonge kindergeest.
Rond het begin van de twintigste eeuw kwamen er meer helpers voor de Sint. Bij de eerste intocht, enkele jaren voor het begin van WO II, waren er zes Zwarte Pieten bij.
Er is in Amsterdam nog geëxperimenteerd met Pieten in allerlei kleuren. Maar de kinderen begrepen het niet meer en vonden deze eng. Deze eenmalige poging kreeg geen vervolg.
Sinds een jaar of dertig is het boemaneffect bij Piet verdwenen en kreeg deze een vriendelijker uitstraling. Zo verdween de roe en de jute zak.
Kortom, anno 2013 lijkt me nog steeds weinig echt bezwaar tegen de aanwezigheid van Zwarte Piet.